Zaterdag 29 maart vertrok de bus met 50 pelgrims samen met pastor Duynstee en onze reisleider en tevens buschauffeur Nico naar de Sint-Adelbertabdij in Egmond-Binnen. Tijdens de reis werd er gezellig gebabbeld met elkaar en sprak pastor Duynstee het reisgebed uit. Na aankomst was het haastig naar de kerk lopen voor de viering van half 10, we waren namelijk wat later vertrokken dan 07.45 uur zoals was aangegeven. Na de viering was er een heerlijk kopje koffie/thee met overheerlijke adelbertuskoek wat in de abdij zelf gebakken wordt.
Na de koffie nam broeder Johannes ons mee over het ontstaan van de abdij, zo rond 950 na Christus. Het is de oudste abdij van Nederland. Rond 1100 schreven en kopieerden de monniken teksten en boeken, en dat vormen nu een belangrijke geschiedenisbron. Ook vertelde de broeder heel open en puur over het verloop van zijn eigen roeping. Dit was heel bijzonder, en zoals broeder Johannes meerdere keren en in gewone taal aangaf: “wij broeders zijn net gewone mensen”. Zij leven volgens de regel van Benedictus, hebben 6 gebedsmomenten per dag, zo gauw als de klok luid, laten ze alles vallen en gaan naar de kerk. Ze hebben ieder een eigen taak en donderdagmiddag zijn ze vrij. Het uurtje was veel te kort, we hebben geïnteresseerd en geboeid geluisterd, maar om 12.30 uur werden we weer in de kerk verwacht voor het middaggebed.
De overheerlijke lunch liet zich goed smaken. In de middag konden we kiezen uit drie onderdelen: één groep deed met de broeders aan Lectio Divina aan de hand van het zondag Evangelie over de Barmhartige vader en zijn twee zonen; een andere groep ging al wandelend in stilte naar de Adelbertusakker, hetzelfde Evangelie overwegen, en de derde groep bracht een bezoek aan de boekwinkel, abdijmuseum, abdijtuin en omgeving. Hierna werd er met elkaar wat uitgewisseld en wat gedronken, en vervolgens gingen we de dag afsluiten met de broeders met de avondgetijden (vespers), wat een hele mooie ervaring was om dit zo met hen te mogen meedoen en bidden.
Nog voordat we de bus in stapten ontvingen we allemaal een heerlijk potje jam uit de abdijtuin, namen afscheid van de broeder(s) en namen onze plaats in in de bus en werden we hartelijk uitgezwaaid door broeder Johannes. In de bus werd het lied gezongen wat speciaal geschreven is voor dit jubeljaar “Vlam van Liefde hoop die ons doet leven, hoor ons lied, een lofzang uit ons hart. Gij, de bron van vred’en eeuwig leven, laat ons veilig voortgaan aan uw hand”. Bemoedigd, gezegend en vol hoop keerden we terug in het Westland.