Van 9 t/m 12 april was de reliek van de heilige Bernadette in de kathedraal in Rotterdam. De schrijn met de reliek reist de hele maand nog langs de verschillende bisdommen. Op katholiekleven.nl zijn twee artikelen verschenen over het leven van Bernadette.
Het aardse leven van Bernadette Soubirous begon op 7 januari 1844 in Lourdes. Ze was het eerste kind van de molenaar François Soubirous en Louise Castérot. Twee dagen later werd ze gedoopt onder de naam Bernarde-Marie. Het gezin woonde in de molen van Boly, een erfenis van de moeder van Bernadette. Het gezin verviel geleidelijk aan tot uiterste armoede.
Als gevolg van de armoede volgde Bernadette geen onderwijs en kon ze nauwelijks lezen en schrijven. In de tijd van Bernadette deden kinderen hun eerste communie wanneer ze dertien jaar oud waren. Het moment van de eerste Heilige Communie markeerde de overgang naar de volwassenheid. Bernadette verlangde ernaar dit sacrament te ontvangen. In 1858, juist tijdens de periode van voorbereiding op de Eerste Heilige Communie, verscheen Maria achttien keer aan Bernadette.
Na de verschijningen volgde voor Bernadette een periode van onderzoek. Steeds vertelde Bernadette nauwkeurig wat ze had gezien en gehoord. Aanvankelijk woonde ze bij haar familie. Later, in 1860, verhuisde ze naar het ziekenhuis van Lourdes dat onder leiding stond van de Zusters van Liefde van Nevers. Op 7 juli 1866 trad Bernadette in bij deze zusters. In het klooster was Bernadette verpleeghulp. Ze stierf op 16 april 1879 in Nevers, waar ze in het klooster werd begraven. Daar rust haar lichaam nog altijd in een glazen schrijn in de kapel.
Ze maakte gelukkig mee dat haar verhaal geloofd werd. Op 18 januari 1862 erkende de Kerk bij monde van mgr. Bertrand-Sévère Mascaron-Laurence, bisschop van Tarbes, de echtheid van de verschijningen te Lourdes. Op 14 juni 1925 verklaarde paus Pius XI Bernadette officieel zalig. Op 8 december 1933 volgde haar heiligverklaring. Ze is niet heilig verklaard omdat Maria aan haar verschenen is, maar voor de wijze waarop zij op Maria geantwoord heeft.
In het kader van het proces tot zalig- en heiligverklaring zijn er in de jaren twintig verschillende deeltjes bot bij Bernadette weggenomen. Deze worden in Lourdes in een zilveren schrijn bewaard. Sinds enkele jaren leent het bedevaartsoord deze relieken uit en zijn ze door diverse landen gereisd.
Bij reliekverering gaat het om een normaal menselijk verschijnsel. Bijna elk mens bewaart stoffelijke herinneringen aan dierbaren. Door het zien of aanraken van het voorwerp blijft de ander nabij. Vanuit deze ervaring is in de oude Kerk de reliekenverering ontstaan. In de vroege Kerk werden de lichamen van martelaren bijzonder vereerd. Dit kwam tot uiting in het vieren van de eucharistie bij het graf van de martelaar. In de vierde eeuw plaatste men een altaar boven dit graf.
Ambrosius van Milaan wees op de bijzondere band tussen de offerdood van Jezus Christus en de dood van de martelaren. Deze gedachte bleef ook later bestaan. In elke altaarsteen metselt men relieken van heiligen, zodat de eucharistie altijd gevierd wordt in het bijzijn van hen die hun leven op een of andere wijze voor Christus gaven.
Door de verering van relieken eert men de heiligen. Je vereert de relieken op de juiste wijze als je het werken van God prijst in de mensen die zich helemaal aan God hebben gegeven (Youcat 275).
Lees verder op katholiekleven.nl: