Westlandse
Bedevaarten
Steun ons

RK-kerk in de Republiek Polen

Geplaatst op: 04 mei 2017

Er zijn honderden religieuze gemeenschappen in de Republiek Polen (III RP), die bijna alle religies en overtuigingen uit de moderne wereld omvatten. De meest bevoorrechte plaats neemt de katholieke Kerk in. Dit is niet alleen het gevolg van de religiositeit van de Polen en het getalsmatig overwicht van de katholieken (95% van de bevolking in 2011 volgens het centrum voor het publieke opinie onderzoek), maar ook vanwege de specifieke historische en politieke behoeften, na 1989 toen Polen „terugkwam in Europa” omdat de autoriteiten herhaaldelijk geneigd waren de katholieke kerk voor hun politieke karretje te spannen, dan wel tenminste gedoogsteun te krijgen.

Vóór 1989
De Volksrepubliek Polen was een seculiere staat en de katholieke kerk nam geen deel aan het officiële politieke leven. Na 1945 ontnam de communistische overheid haar de vele voorrechten door het intrekken van godsdienstlessen op de scholen, het instellen van een burgerlijk huwelijk en het toestaan van echtscheidingen, enz..

Het sociale beleid werd uitgevoerd los van de kerkelijke gedachten (als over abortus) en staatszaken werden gedaan zonder enige invloed van de geestelijkheid. Ook werd de geestelijkheid vervolgd (de arrestatie van kardinaal Stefan Wyszynski , en de moord op pater Jerzy Popieluszko. Zij voerden oppositie tegen de communisten.

In de jaren ’80 veranderde de overheid haar beleid ten aanzien van de kerk geleidelijk, zo werd de kerk erkend als een bondgenoot bij de stabilisatie van de politieke situatie en bij de invoering van staatkundige veranderingen. Dit resulteerde op 17 mei 1989 in de goedkeuring van de Wet op de verhouding tussen kerk en staat in de Poolse Republiek (toen nog communistisch). Die wet gaf de Kerk weer veel voorrechten en ook de toezegging dat de staat de kerkelijke eigendommen die ooit in de Tweede Wereldoorlog in beslag waren genomen, zou teruggeven (of het verlies op een andere wijze zou vergoeden).

Na 1989
Na 1989, tijdens de overgang, veronderstelden de bestuurders dat, om het publiek te overtuigen van de broodnodige maar pijnlijke economische hervormingen, het noodzakelijk was om de gunst van de kerk, die van invloed zou kunnen zijn op de Poolse opinie, te verwerven. Die steun van de kerk moest gekocht worden met privileges, die soms zelfs schadelijk waren voor het nationale en maatschappelijk belang. Van dat moment af werd die steun een factor in het Poolse politieke leven. Met name tijdens een verkiezingsperiode of bij het verkrijgen van steun voor belangrijke beslissingen voor het land  zoals de aanvaarding van de nieuwe grondwet en de toetreding tot de Europese Unie. Het was dus van belang aan de wensen van paus Johannes Paulus II te voldoen (zijn ondersteuning van de Poolse oppositie in jaren ’80 was van grote betekenis). Dit alles zorgde ervoor dat de positie van de kerk veel verder werd uitgebreid dan de regelingen tot vaststelling van de officiële betrekkingen met de katholieke kerk (en andere religieuze organisaties) beoogden.

Het eerste gevolg was een concordaat tussen de Heilige Stoel en de Poolse Republiek, gesloten op 28 juli 1993, maar pas bekrachtigd op 23 februari 1998.



<< Terug naar het nieuwsoverzicht