Westlandse
Bedevaarten
Steun ons

Uit de oude doos - Pastoor Finkenflügel

Geplaatst op: 25 maart 2019

In 1819 werd met goedkeuring van paus Pius VII het broederschap van de Westlandsche Processie naar Kevelaer opgericht. In februari 1969 heeft het toenmalig (Hoofd)bestuur van de Westlandsche Processiebroederschap van O.L. Vrouw van Kevelaer het broederschap opgeheven en alle bezittingen van het broederschap overgedragen aan het kerkbestuur van de Sint Jan de Doperparochie (nu Elisabethparochie) te Wateringen. Anno 2019, nu dus 200 jaar na de oprichting, duiken we in de archieven en nemen u mee in de vele bedevaarten naar Kevelaer.

DE BEDEVAART NAAR KEVELAER

Kevelaer is een bedevaartplaats net over de Duits - Nederlandse grens vlak bij Kleef. Het heeft niet de bekendheid als Lourdes, hoewel het verhaal over Kevelaer veel ouder is. Rond Kerstmis van het jaar 1641 hoort de vrome marskramer Hendrik Busman op de heide van Kevelaer nabij een hagelkruis tijdens zijn gebed een stem: "Bouw mij op deze plaats een kapelletje!" Hij hoorde op drie verschillende dagen deze geheimzinnige stem. Zijn vrouw zag in een nachtelijke verschijning een afbeelding van Maria als "Troosteres van de bedroefden". Zij had een tijd eerder deze afbeelding gezien in de handen van twee soldaten. In die tijd na de pestepidemie van 1623 in die contreien werd de inspraak van Maria vaak onder deze titel ingeroepen. In 1642 reeds kon de pastoor van Kevelaer het genadebeeld in het door de marskramer Hendrik Busman gebouwde kapelletje plaatsen.

Ondanks de 30-jarige oorlog (1618-1648) was de toeloop van pelgrims uit Nordrhein Westfalen en Nederland direct zeer groot (Kevelaer behoorde toen der tijd tot het bisdom Roermond). In 1654 werd het eenvoudige kapelletje van Hendrik Busman vervangen door de zogenaamde Genade kapel. In 1884 werd de Maria Basiliek afgebouwd.
Pastoor Finkenflügel had zijn hart verpand aan Kevelaer. Als kind zijnde had met zijn vader en moeder reeds een bedevaart naar Kevelaer gemaakt. Toen hij pastoor van Wateringen werd, heeft hij zijn parochianen altijd aangespoord om ter bedevaart naar Kevelaer te gaan. Reeds in 1819 was de eerste georganiseerde bedevaart vanuit het Westland naar Kevelaer. Het devies van pastoor Finkenflügel, die voorzitter van de Westlandse bedevaart naar Kevelaer was geworden, was: "Ieder Westland maagdeke zal eenmaal voor haar trouwen ter bedevaarte gaan naar Kevelaar".

Gezien dat de firma Lipmann (de V.I.O.S.) ieder jaar wel met vijf bussen naar Kevelaer reed, had de slogan van de pastoor wel succes. Zelf ging de pastoor ook altijd mee. En hij ging niet alleen. Voor opluistering van de plechtige viering van de erediensten in Kevelaer gingen er misdienaars en zo veel mogelijk leden van de diverse westlandse kerkkoren mee. Ook allerlei ornamenten, zoals een erenmonstrans, wierookvaten, kaarsen lantaarns, kazuivels, togen en het speciale bedevaartkruis werden meegenomen. Niet vergeten mocht worden de Kevelaer vaandels. De zusters uit het Wateringse convent (klooster) hadden prachtige vaandels geborduurd. De zusters zelf gingen nooit mee met de bedevaarten. In principe gingen zij het convent nooit uit.



<< Terug naar het nieuwsoverzicht